Bedrijfsopvolgingsregeling

dinsdag 29 augustus 2023

 De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) is een geliefd middel om een onderneming van bijvoorbeeld ouders op kinderen over te dragen. Op deze manier kan een bedrijf gemakkelijk worden voortgezet, zonder dat er geld uit het bedrijf gehaald hoeft te worden om erf- of schenkbelasting te betalen. In deze blog gaan we in op de voorwaarden en faciliteiten, maar ook op de veranderingen die plaats gaan vinden.

Voorwaarden

Er is een aantal voorwaarden voor de bedrijfsopvolgingsregeling. Allereerst moet het gaan om een lopende onderneming. Dat betekent dat er bedrijfsactiviteiten zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een bakkerij. Wat geen lopende onderneming is, is een onderneming met beleggingsactiviteiten. Het is dus niet mogelijk om vermogen in een BV te stoppen en vervolgens met de BOR fiscaal vriendelijk aan de kinderen over te dragen.

Verder moet bij het erven van een onderneming degene die is overleden minstens een jaar eigenaar zijn geweest. Als het gaat om een schenking, dan moet de schenker vijf jaar de eigenaar zijn geweest.

Als laatste een belangrijke voorwaarde: na verkrijging van de onderneming moet deze nog minstens vijf jaar worden voortgezet door de verkrijger. Als de onderneming korter dan vijf jaar wordt voortgezet, dan komt de Belastingdienst alsnog om de hoek kijken en moet er betaald worden.

Faciliteiten

Als aan deze voorwaarden is voldaan, zijn er drie verschillende faciliteiten die gecombineerd mogen worden toegepast. De eerste faciliteit betreft de welbekende vrijstelling. Als de waarde van het bedrijf (ondernemingsvermogen) lager is dan € 1.205.871, dan is de vrijstelling 100%.  Over de waarde daarboven is de vrijstelling 83%. Over hetgeen wat overblijft moet dan toch wel schenkbelasting worden betaald.

De volgende faciliteit is het uitstel van betaling van de belasting. Stel dat er, ondanks de vrijstellingen, toch nog belasting moet worden betaald, dan kan hiervoor uitstel worden aangevraagd en kan er maar liefst tien jaar worden gedaan over het betalen van de verschuldigde belasting.

Als laatste faciliteit kunnen ook erfgenamen die het bedrijf niet voortzetten, uitstel van belasting krijgen. Als een vader vijf kinderen heeft en drie van hen besluiten het bedrijf voort te zetten, dan krijgen de twee andere kinderen een vordering op de drie voortzetters. Die vordering kan niet altijd direct worden voldaan door de voortzetters, maar de twee kinderen die niet voortzetten, moeten wel erfbelasting betalen. Om te voorkomen dat hier belasting moet worden betaald over een vordering die nog niet betaald is, kan de niet-voortzetter tien jaar uitstel vragen.

Wijzigingen

Dat is in het kort de basis van de BOR. Dat het kabinet belastingmaatregelen wil aanpakken is ook niet aan de BOR voorbijgegaan. We zetten de belangrijkste plannen op een rijtje:

Allereerst een belangrijke wijziging die al ingevoerd wordt per 2024. Verhuurd vastgoed gaat aangemerkt worden als beleggingsvermogen. Een BV met daarin allerlei panden verhuurd aan derden kan dus vanaf 2024 geen gebruik meer maken van de BOR. Overigens is dat nu ook al onder voorwaarden.

Eerder in deze blog kwamen de bezits- en voortzettingseis ter sprake. Deze eisen laten weinig ruimte over de ‘bedrijfseconomische dynamiek’. Immers, per situatie en per bedrijf zijn de omstandigheden verschillend. Daarom wil het kabinet deze eisen versoepelen door ze te verkorten. De exacte uitwerking hiervan is nog niet bekend.  

Bedrijfseigenaren die op hoge leeftijd zijn en een beleggingsonderneming hebben, zetten deze soms om tot een ‘normale’ onderneming, zodat de regeling van toepassing is. Het kabinet wil dit voorkomen en komt met maatregelen, bijvoorbeeld een verlengde bezitseis.

Ook de percentages worden aangepast. Het geheel vrijgestelde deel van het ondernemingsvermogen loopt op tot € 1,5 miljoen, maar het percentage voor de vrijstelling boven dat bedrag gaat van 83% naar 70%.

Om de wijzigingen wat concreter en inzichtelijker te maken, volgt hieronder een rekenvoorbeeld van een bakkerij die wordt overgedragen aan een zoon van de eigenaar. Vroeger had de bakkerij meerdere panden voor eigen gebruik, maar door een verkleining worden deze panden nu verhuurd aan derden. Het ondernemingsvermogen van deze bakkerij bedraagt € 1,9 miljoen. Daarin zit voor € 300.000 aan verhuurd onroerend goed.

Berekeningen

In het geval dat de bakkerij in 2023 wordt overgedragen op de zoon, ziet de berekening van de te betalen belasting er zo uit:

Vrijstelling 100% over de eerste € 1.205.871 

 

 € 1.205.871

Vrijstelling 83% over € 1.900.000 - € 1.205.871

 

 €    538.777

Totale vrijstelling 

 

 € 1.744.648

Bedrag waarover belasting moet worden betaald

 

 €    155.352

Belasting eerste schijf erfbelasting 10% tot € 138.642

 

 €      13.864

Belasting tweede schijf erfbelasting 20% over restant

 

 €      16.710

Totaal

 

 €      30.574


In het geval dat de bakkerij in een later jaar (bijvoorbeeld 2026) wordt overgedragen op de zoon, ziet de berekening van de te betalen belasting er zo uit (tarieven erfbelasting 2023 aangehouden):

Vrijstelling 100% over de eerste € 1.500.000 

 

€ 1.500.000

Vrijstelling 0% over het vastgoed € 300.000 

 

€               0

Vrijstelling 70% over € 1.900.000 - € 300.000 - € 1.500.000 

 

€      70.000

Totale vrijstelling

 

€ 1.570.000

Bedrag waar belasting over moet worden betaald 

 

€    330.000

Belasting eerste schijf erfbelasting 10% tot € 138.642 

 

€      13.864

Belasting tweede schijf erfbelasting 20% over restant 

 

€      38.271

Totaal

 

€      52.531


In dezelfde situatie maar dan drie jaar later moet dus fors meer worden betaald. Uiteraard hangt veel af van de omstandigheden van het geval en vraagt iedere situatie om ander advies.

Er zijn dus verschillende wijzigingen. In deze blog zijn niet alle veranderingen opgenoemd, maar duidelijk is wel dat de BOR aangepast gaat worden en de belastingdruk hoger wordt. Het kan dus verstandig zijn om snel te handelen. Als u benieuwd bent naar de gevolgen voor uw bedrijf en een eventuele overdracht, neem gerust contact op.


Deze blog is geschreven door Mr. Hendrik Brons, in samenwerking met Job Bunt.

Auteur
Mr. Hendrik Brons
Belastingadviseur