Liquiditeitsvoordeel in de zorg door te investeren in 2023

maandag 27 maart 2023

Investeert u dit jaar in een nieuw bedrijfsmiddel? Dan kunt u mogelijk 50% van de aanschaffings- of voortbrengingskosten willekeurig afschrijven. Dit biedt een mooi liquiditeitsvoordeel.

Willekeurige afschrijving was voorheen al mogelijk op bepaalde milieubedrijfsmiddelen. In 2023 is er een eenmalige nieuwe regeling in het leven geroepen om economische ontwikkeling en ondernemerschap te stimuleren. Deze regeling breidt de willekeurige afschrijving uit tot alle investeringen (behoudens de opsomming hieronder) en geldt als u in 2023 een verplichting tot aanschaf aangaat of voortbrengingskosten hebt gemaakt voor een nieuw bedrijfsmiddel. U kunt dan in 2023 eenmalig maximaal 50% van de aanschaffings- of voortbrengingskosten afschrijven. De resterende boekwaarde van het bedrijfsmiddel dient u op de reguliere wijze af te schrijven. Verder moet het bedrijfsmiddel uiterlijk voor 1 januari 2026 in gebruik worden genomen.

Voorbeeld

Een tandarts investeert in een nieuwe kamerinrichting met een nieuwe unit, stoelen en overige apparatuur voor samen € 100.000. De kamerinrichting heeft een levensduur van 5 jaar en een restwaarde van € 10.000. U dient dus € 90.000 in 5 jaar tijd af te schrijven, oftewel € 18.000 afschrijving per jaar.
Bij toepassing van de nieuwe regeling dient de investering opgesplitst te worden in 2 gelijke delen. Op deel 1 vindt reguliere afschrijving plaats. Dit deel dient voor een bedrag van € 45.000 in 5 jaar afgeschreven te worden, oftewel € 9.000 afschrijving per jaar. Deel 2 mag als gevolg van de nieuwe regeling in 2023 volledig worden afgeschreven, oftewel € 45.000 extra afschrijving. In totaal mag de tandarts in 2023 dus € 54.000 aan afschrijvingskosten ten laste van zijn belastbare winst brengen. Vanaf jaar 2 schrijft de tandarts jaarlijks € 9.000 af op deel 1 tot eind jaar 5 de restwaarde is bereikt.

Het liquiditeitsvoordeel als gevolg van het willekeurig afschrijven is afhankelijk van het geldende belastingtarief. Daarnaast is het mogelijk dat er progressievoordeel optreedt als u door middel van willekeurige afschrijving buiten het hoge vennootschapsbelastingtarief (25,8%) weet te blijven.

De mogelijkheid om willekeurig af te schrijven geldt niet voor alle bedrijfsmiddelen. De volgende bedrijfsmiddelen zijn hiervan uitgesloten:

  • Gebouwen;

  • Schepen;

  • Vliegtuigen;

  • Bromfietsen en motoren;

  • Personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer. Auto’s zonder CO2-uitstoot komen; wel in aanmerking;

  • Immateriële activa zoals vergunningen en goodwill;

  • Dieren;

  • Bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk zijn bestemd voor verhuur;

  • Voor het openbaar verkeer openstaande wegen en paden, incl. bruggen, viaducten, duikers en tunnels;

  • Bedrijfsmiddelen die al willekeurig worden afgeschreven op grond van een andere regeling (bijv. VAMIL).

In de praktijk zien wij binnen de tandartsenbranche regelmatig dat apparatuur wordt geleased. Strategische lease is dan gebruikelijk. Dat houdt in dat eerst een operational leasecontract wordt afgesloten en dat deze volgtijdelijk kan worden omgezet in financial lease. Als deze omzetting naar financial lease in 2023 plaatsvindt, wordt de apparatuur in dat jaar eigendom van uw onderneming. Vanaf dat moment mag op de apparatuur willekeurig worden afgeschreven. Daarbij kan er bij omzetting van het leasecontract in 2023 aanspraak gemaakt worden op investeringsaftrek.

Let op: willekeurige afschrijving is enkel mogelijk als u vennootschapsbelastingplichtig bent of belastbare winst uit onderneming geniet. Verder kunnen door het toepassen van willekeurige afschrijving op bepaalde bedrijfsmiddelen tijdelijke verschillen ontstaan tussen de commerciële en fiscale boekwaarde. Hiervoor zal een belastinglatentie worden opgenomen in de jaarrekening.

Bent u voornemens om dit jaar te investeren in nieuwe bedrijfsmiddelen? Zodat u geen investeringsaftrek, subsidie of liquiditeitsvoordeel onbenut laat? Neem gerust contact met mij op voor meer informatie of een vrijblijvend gesprek. 

Auteur
Jelle Meijer
Belastingadviseur