Werkgever
Terugdraaien versobering 30%-regeling
De versobering van de 30%-regeling uit 2024 (30-20-10-regeling) wordt deels teruggedraaid. Vanaf 1 januari 2027 wordt de maximale onbelaste vergoeding 27%. Voor 2025 en 2026 blijft het percentage 30% voor alle ingekomen werknemers. De salarisnorm stijgt naar € 50.436 (2024: € 46.107) en voor werknemers jonger dan 30 jaar met een mastergraad naar € 38.338 (2024: € 35.048). Ingekomen werknemers die voor 2024 de 30%-regeling hebben gebruikt, vallen onder overgangsrecht. Voor hen blijft tot het einde van de looptijd een percentage van 30% en de oude (geïndexeerde) salarisnormen gelden.
Bevoegdheid wijzigen S&O-aftrek
Bedrijven kunnen een belastingvermindering ontvangen op speur- en ontwikkelingswerkzaamheden (S&O). Tot op heden zijn de S&O-percentages en -schijfgrenzen gebonden aan wetswijzigingen. Er wordt voorgesteld om de regeling flexibeler te maken waarbij de Minister van Economische Zaken de regeling eenvoudiger kan wijzigen. Op basis van het voorstel kan de minister zowel de grensbedragen als de aftrekpercentages wijzigen.
Vrijgesteld privégebruik OV-kaart
Het kabinet stelt voor om de maatregel ‘gerichte vrijstelling OV-abonnementen’ te verduidelijken. Als een werkgever een werknemer de mogelijkheid geeft om vrij te reizen of met korting te reizen op zijn kosten, dan zijn deze kosten gericht vrijgesteld, mits enige mate van zakelijk gebruik plaatsvindt. De gerichte vrijstelling geldt dus ook voor privéreizen met een recht op vrij reizen of een recht op korting van de werkgever. De gerichte vrijstelling is ook uitgebreid naar niet-Nederlands openbaar vervoer.
Let op!
De gerichte vrijstelling geldt niet voor privéreizen die met een privé OV-kaart zijn gemaakt. Dezelfde reis gemaakt met een OV-kaart van de werkgever kan weer wél vrijgesteld zijn.
Loonkostenvoordeel
Het loonkostenvoordeel voor werknemers met een laag inkomen vervalt. Ook voor oudere werknemers wordt het loonkostenvoordeel stapsgewijs afgebouwd.
Verhoging Aof- en AWf-premies
De premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) stijgt in 2025. Kleine werkgevers betalen dan een premie van 6,35% en grote werkgevers een premie van 7,58%.
De premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) is een onderdeel van de premies werknemersverzekeringen die de werkgevers moeten betalen. Zowel het lage als het hoge tarief gaan in 2025 0,1 procentpunt omhoog. Het lage tarief wordt voor 2025 vastgesteld op 2,74% (2024: 2,64%) en het hoge tarief op 7,74% (2024: 7,64%).
Looptijd premiegrens pensioen
De fiscale premiegrens voor de opbouw van ouderdoms- en partnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum blijft 30%, maar de berekening wordt aangepast. In plaats van een looptijd van 100 jaar, wordt deze nu wettelijk vastgesteld op 60 jaar. Dit zorgt voor een nauwkeuriger rendementsverwachting die beter aansluit op de oorspronkelijke berekeningen in de Wet toekomst pensioenen. De wijziging werkt terug tot en met 1 oktober 2024.
Reparatie heffingslek Belgische zeevarende
Op basis van de huidige wet kan Nederland in zeldzame situaties geen belasting heffen van een Belgische inwoner die als zeevarende in dienst is bij een Nederlandse werkgever en volledig buiten Nederland werkt. Dit wordt gerepareerd voor de gevallen waarin Nederland op grond van internationale verdragen heffingsbevoegd is. In dit wetsvoorstel wordt al rekening gehouden met aanvullende afspraken die Nederland met andere landen wil maken over het toerekenen van loon aan zogenaamde thuiswerkdagen.
De voorgestelde maatregelen zullen per 1 januari 2025 in werking treden, tenzij anders vermeld. Tevens moeten de gepresenteerde plannen nog worden aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer, waardoor wijzigingen niet zijn uitgesloten.