(Vermogende) particulieren

Tarieven IB 2025 niet-AOW’er
Belastingplichtigen die aan het begin van 2025 nog niet de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, krijgen in 2025 naar verwachting met de volgende tariefschijven te maken:

Inkomstenbelasting 2025 

Box 1

Bel.ink. meer dan (€) 

maar niet meer dan (€) 

Tarief 2025 (%)   

Schijf 1

0

38.441

35,82%

Schijf 2

38.441

76.817

37,48%

Schijf 3

76.817

 

49,50%

Inkomstenbelasting 2024 

Box 1

Bel.ink. meer dan (€) 

maar niet meer dan (€) 

Tarief 2024 (%)   

Schijf 1

0

38.098

36,97%

Schijf 2

38.098

75.518

36,97%

Schijf 3

75.518

 

49,50%

Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen. Voor wie minder of geen premies volksverzekeringen gelden, is een andere tariefstructuur van toepassing.

Let op!
De gecombineerde tariefsaanpassingen voor de jaren 2026 tot en met 2029 zijn:

 

Eerste schijf

Tweede schijf

2026

-0,22%

0,03%

2027 

-0,09%

0,03%

2028

-0,15%

-0,10%

2029 

-0,05%

-0,05%

Tarieven IB 2025 AOW’er
Belastingplichtigen die aan het begin van 2025 de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt en zijn geboren na 1946, krijgen in 2025 naar verwachting met de volgende tariefschijven te maken:

Inkomstenbelasting 2025 (AOW’ers) 

Box 1

Bel.ink. meer dan (€)

maar niet meer dan (€)

Tarief 2025 (%)

Schijf 1 

0

38.441*

17,92%

Schijf 2 

38.441

76.817

37,48%

Schijf 3 

76.817

 

49,50%

*Geboren voor 1946: schijf 1 tot € 40.502

Inkomstenbelasting 2024 (AOW’ers) 

Box 1

Bel.ink. meer dan (€)

maar niet meer dan (€)

Tarief 2024 (%)

Schijf 1 

0

38.098*

19,07%

Schijf 2 

38.098

75.518

36,97%

Schijf 3 

75.518

 

49,50%

*Geboren voor 1946: schijf 1 tot € 40.021

Deze percentages zijn inclusief premies volksverzekeringen. Voor wie minder of geen premies volksverzekeringen gelden, is een andere tariefstructuur van toepassing.

Gewijzigde heffingskortingen
Hieronder staan de verwachte heffingskortingen voor 2025. Met uitzondering van de ouderenkorting en alleenstaande ouderenkorting gaat het hier om heffingskortingen voor belastingplichtigen die jonger zijn dan de AOW-leeftijd. Voor mensen die ouder zijn dan de AOW-leeftijd gelden lagere maxima.

Heffingskortingen 

2025 (€)

2024 (€)

Algemene heffingskorting maximaal 

3.068

3.362

Arbeidskorting maximaal 

5.599

5.532

Inkomensafhankelijke combinatiekorting maximaal 

2.986

2.950

Jonggehandicaptenkorting 

909

898

Ouderenkorting

2.035

2.010

Alleenstaande ouderenkorting

531

524

De afbouw van de algemene heffingskorting wordt gekoppeld aan het wettelijk minimumloon (WML). Hierdoor behouden belastingplichtigen met een inkomen tot het WML de maximale korting.

Box 3-regels voor werkelijk rendement
Er komt nog nieuwe wetgeving met regels voor het bepalen van het werkelijke rendement in box 3. Die regels zijn nodig omdat de Hoge Raad heeft beslist dat als het werkelijke rendement in box 3 lager is dan het forfaitaire rendement, belasting zou moeten worden geheven over het werkelijke rendement. De nieuwe regels zien op de jaren vanaf 2017 en zijn belangrijk voor belastingplichtigen met box 3-inkomen die een beroep kunnen doen op de uitspraken van de Hoge Raad.

Let op!
Het is de bedoeling dat de nieuwe regels per 1 juni 2025 worden ingevoerd.


Box 3-vrijstelling aardbevingsschadevergoeding
Voor aanspraken op herstel van schade door aardbevingen in Groningen en Drenthe en soortgelijke vermogensrechten gaat een vrijstelling gelden in box 3. Deze wijziging zal nog niet kunnen worden verwerkt in de voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2025. De vrijstelling geldt niet voor schadevergoedingen die in geld worden uitbetaald.

Tip
Deze speciale box 3-vrijstelling werkt deels terug tot en met 1 juli 2020 en deels tot en met 1 juli 2023.


Aftrek vervoer als zorgkosten
Vervoerskosten voor het verkrijgen van medische hulp en hulpmiddelen kunnen als zorgkosten in aftrek worden gebracht. Vanwege eenvoud wordt voorgesteld om uit te gaan van € 0,23 per kilometer als met de auto (geen taxi) wordt gereisd. Voor ander vervoer, zoals taxi of het OV, blijven de werkelijke kosten aftrekbaar. Daarnaast wordt voor bovenmatige vervoerskosten wegens ziekte of invaliditeit een aftrek van € 925 per jaar voorgesteld, mits de belastingplichtige overtuigend kan aantonen niet in staat te zijn meer dan 100 meter zelfstandig te kunnen lopen, conform de gehandicaptenparkeerkaart en de OV-Begeleiderskaart.

Bezoeken langdurig verpleegde personen
Voor de aftrek van reiskosten voor het bezoeken van een langdurig verpleegde persoon moet de bezoeker bij aanvang van de ziekte of invaliditeit een gezamenlijke huishouding met de verpleegde persoon voeren. Dat toetsingsmoment kan in bepaalde gevallen onredelijk uitwerken. Er wordt daarom voorgesteld om dat toetsingsmoment te wijzigen, zodat bij aanvang van de verpleging wordt getoetst of de bezoeker een gezamenlijke huishouding met de verpleegde voerde. Dat moment is op basis van de basisregistratie personen ook beter controleerbaar voor de Belastingdienst.

Leeftijd toeslagpartnerschap
Momenteel worden ouder en volwassen kind of pleegkind, vanaf 27 jaar als toeslagpartners beschouwd. Dit kan leiden tot lagere toeslagen bij samenwoning. Er wordt daarom voorgesteld de leeftijdsgrens van 27 jaar te schrappen voor eerstegraads bloed- en aanverwanten bij het bepalen van toeslagpartnerschap.

Let op!
De Belastingdienst hanteert de leeftijdsgrens van 27 jaar, waardoor eerstegraads bloed- en aanverwanten voor de belastingen wel partner blijven, maar dus geen toeslagpartner meer zijn voor de toeslagen.


Fiscale oplossing voor eenverdieners
Zonder aanvullende maatregel komt het inkomen van sommige eenverdienershuishoudens door een samenloop van regelingen onder het sociaal minimum uit. Als oplossing wordt voorgesteld om de niet (volledig) benutte algemene heffingskorting deels uit te betalen aan de minstverdienende partner die is geboren op of na 1 januari 1963. Daarbij moet aan een aantal aanvullende voorwaarden worden voldaan. Deze maatregel kan mogelijk pas vanaf 1 januari 2028 worden ingevoerd. Daarom wordt voor de jaren 2025 tot en met 2027 aan dit soort huishoudens een tijdelijke tegemoetkoming door de gemeente verstrekt.

Let op!
Voor deze maatregel is onder andere vereist dat het gezinsinkomen lager is dan € 48.500 bruto. Dit is een geschat bedrag voor het jaar 2028.


Vereenvoudiging bezwaar toeslagen
Een bezwaar tegen de vastgestelde hoogte van een toeslag zal voortaan ook een bezwaar zijn tegen de daarmee samenhangende terugvorderingsbeschikking die in dezelfde brief bekend is gemaakt. Een bezwaar tegen een terugvorderingsbeschikking zal voortaan ook een bezwaar zijn tegen de daarmee samenhangende vastgestelde hoogte van een toeslag die in dezelfde brief bekend is gemaakt. Dit verhoogt de rechtszekerheid voor burgers en vermindert de administratieve last.

Let op!
Deze maatregelen gelden niet als in het bezwaar wordt aangegeven dat alleen bezwaar wordt gemaakt tegen de vaststelling van de toeslag dan wel de terugvordering.

De voorgestelde maatregelen zullen per 1 januari 2025 in werking treden, tenzij anders vermeld. Tevens moeten de gepresenteerde plannen nog worden aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer, waardoor wijzigingen niet zijn uitgesloten.