Vastgoed
Hoogstens 8% overdrachtsbelasting voor woningen
Het kabinet streeft ernaar om het aanbod aan huurwoningen te vergroten, zodat meer burgers toegang hebben tot een betaalbare woning. Daarom is het voorstel om het reguliere tarief voor de overdrachtsbelasting voor de verkrijging van woningen met ingang van 1 januari 2026 te verlagen van 10,4% naar 8%. Voor een woning die de koper langdurig zelf gaat bewonen, blijft het (bestaande) verlaagde tarief van 2% of de startersvrijstelling van toepassing.
Uitbreiding startersvrijstelling
De startersvrijstelling en het verlaagde tarief voor de overdrachtsbelasting worden uitgebreid naar de verkrijging van de economische eigendom van eigen woningen. In de toekomst kunnen zowel de startersvrijstelling als het verlaagde tarief worden toegepast op gevallen waar de economische eigendom wordt verkregen, zolang aan de overige voorwaarden wordt voldaan.
Let op!
Is bij de verkrijging van de economische eigendom de startersvrijstelling benut, dan kan deze niet opnieuw worden benut bij de latere verkrijging van de juridische eigendom.
Geen OVB bij sleutelovereenkomst
Sleutelovereenkomsten die normaliter leiden tot economische eigendom van een woning worden uitgesloten van overdrachtsbelasting (OVB). Hiervoor gelden de volgende eisen:
De sleutelovereenkomst moet samenhangen met de verplichtingsovereenkomst voor levering van de woning.
De juridische eigendom moet binnen zes maanden na de sleutelovereenkomst worden overgedragen.
De startersvrijstelling of het 2%-tarief moet van toepassing zijn.
Zo is er geen sprake meer van een belastbare verkrijging voorafgaand aan de (juridische) verkrijging.
Uitbreiding VoV-vrijstelling
Bij het terugkopen van woningen in het kader van ‘verkoop onder voorwaarden’ (VoV) kan de zogeheten VoV-vrijstelling worden toegepast. De VoV-vrijstelling wordt uitgebreid naar ‘aanhorigheden’ bij woningen, zoals schuren en garageboxen, die gelijktijdig met de woning worden verkregen.
Samenloopvrijstelling aandelentransacties
In de praktijk worden onroerende zaken regelmatig via een aandelentransactie overgedragen om btw of overdrachtsbelasting te vermijden. Het kabinet stelt voor om de zogenoemde samenloopvrijstelling in de overdrachtsbelasting per 1 januari 2025 zodanig te wijzigen. Er geldt voortaan een tarief van 4% als het nieuwe onroerende zaken voor de omzetbelasting betreft die voor minder dan 90% btw-belast worden geëxploiteerd.
Versobering kavelruilvrijstelling
De kavelruilvrijstelling in de overdrachtsbelasting zal niet meer gelden voor woningen, behalve agrarische bedrijfswoningen. Andere opstallen komen alleen in aanmerking als ze ten minste tien jaar agrarisch worden geëxploiteerd. Als niet aan deze voortzettingseis wordt voldaan, is alsnog overdrachtsbelasting verschuldigd, tenzij de onttrekking aan landbouw door overheidsingrijpen gebeurd. Deze wijzigingen verminderen de administratieve lasten en verbeteren de handhaafbaarheid. Ook wil het kabinet hiermee ‘kavelruilconstructies’ tegengaan.
De voorgestelde maatregelen zullen per 1 januari 2025 in werking treden, tenzij anders vermeld. Tevens moeten de gepresenteerde plannen nog worden aangenomen door de Tweede en Eerste Kamer, waardoor wijzigingen niet zijn uitgesloten.